Het is zover! Het ‘kind’ moet bijna worden overgedragen. Marc de Wit en zijn team van zes timmerlieden, een projectleider en werkvoorbereider hebben ruim een jaar noeste arbeid verricht om de voormalige stoomketelfabriek op de Amsterdamse Grote Bickersstraat te renoveren en voor te bereiden voor de afbouw van acht luxe appartementen.
Aan het begin van dit project spraken we Marc al op de bouwplaats. Om preciezer te zijn: we spraken Marc tijdens de lunch in de ruimte die nu niet meer herkenbaar is als tijdelijke kantine. De humor aan tafel was minimaal Amsterdams te noemen, misschien zelf typische bouwvakkershumor. Eén ding stond als een paal boven water: hier zat een team bij elkaar dat het oprecht leuk had met elkaar.
Marc: ‘Ons team van drie jonkies, een veertiger en twee oude knarren van 62 gaan inderdaad door het vuur voor elkaar! Met heel veel enthousiasme hebben ze aan dit bijzondere project samengewerkt en zijn ze inmiddels bezig met de afronding.’
‘De uitstraling van de gevelkozijnen. De bestaande kozijnen bleven erin zitten en daarin werden de nieuwe stalen kozijnen geplaatst. Het pand is zo oud, dan is het best een uitdaging om ervoor te zorgen dat het er zo strak uitziet. Maar dat is zeker gelukt.’
‘Hopelijk wel! Het is natuurlijk fantastisch om ook echt de allerlaatste slag te leveren. Na al die maanden in het pand, kennen wij de stoomketelfabriek tot in onze vezels. Elk hoekje en gaatje weten we te vinden. Eind deze maand gaat het woongebouw in de verkoop. Dan ga ik met een calculator met de individuele kopers om de tafel zitten om te onderzoeken of we ook gezamenlijk de eindstreep halen.’
‘Fantastisch! Kijk, het is mijn werk niet, hè… dit is mijn hobby. Ik ben vrij gedreven om het mensen naar de zin te maken. Zeker met eindgebruikers die echt wat moois willen, vraagt dat extra aandacht.’
‘Inherent aan zo’n oud pand zijn natuurlijk rare hoeken en gaten. De brandveiligheid, de geluidsbelasting… wij weten precies wat wel en niet gedaan is en waar je extra aandacht aan zou moeten besteden om optimaal wooncomfort te bereiken.’
(…) Het is even stil. ‘De Stoomketelfabriek zit na dik een jaar in het hoofd én in het hart. Niet alleen bij mij, maar bij het hele team. Het is mijn kindje en ik wil dat helemaal niet uit handen geven.’ Er valt nog een stilte en dan besluit Marc: ‘Het zou verschrikkelijk zijn om dit uit handen te geven!’