icon-arrow icon-facebook icon-linkedin icon-mail icon-mail-company icon-phone icon-twitter icon-whatsapp icon-share icon-link icon-download icon-youtube icon-flickr icon-search icon-close icon-filter icon-round-close icon-vcard paper-plane icon-footprint icon-faq icon-maps Vimeo
Nieuws · 11 juli 2022

Vakmanschap

Het binnenkort te openen Amsterdamse vijfsterrenhotel aan de Mauritskade in Amsterdam wordt flink onder handen genomen door de vakmannen van Kondor Wessels Amsterdam. Timmerman Jan Vink restaureert de teakhouten deuren van de hoofdentree. Door de hoogte van bijna drie meter een beeldbepalend element. Jan Vink is voorman timmerman bij de afdeling Reparatie & Onderhoud van Kondor Wessels Amsterdam.

Jan Vink: “De deuren staan nu in de eerste lak. De restauraties die ik heb gedaan, vallen redelijk weg. Ik heb daar echt aardigheid in, ik voel me daar ook wel gewaardeerd in. Het was eerst de bedoeling dat er nieuwe deuren in zouden komen, maar dan krijg je toch niet dezelfde uitstraling. Dan mis je de sjeu. Een oud pand met hagelwitte nieuwe deuren, dat is gewoon zonde. Dan moet je eigenlijk honderd jaar wachten voordat je dit resultaat hebt.” 

In weer en wind

Voordat Jan start met de restauratie, kijkt hij eerst wat kapot is. “Je probeert zoveel mogelijk van het origineel te behouden. Ik heb ook kerken en schepen gerestaureerd, ook daar is behoud van het origineel belangrijk. Je moet niet rigoureus te werk gaan, want dan gaat het authentieke gevoel verloren. Deze deuren hebben bijvoorbeeld meer dan 100 jaar in weer en wind gestaan. De beschadigingen die erop zitten zijn allemaal mechanische beschadigingen van timmerlui die er onkundig mee bezig zijn geweest. De weersomstandigheden hebben geen vat gehad op de deuren, er mankeert helemaal niets aan.”

Niet als nieuw

“Toen we de deuren in onze werkplaats kregen, was de lak helemaal verweerd,” vertelt Jan verder. “Het waren eigenlijk oude vieze lellen. De meesten zouden zeggen: ‘sodemieter weg, joh.’ Het is juist de kunst om ze weer helemaal op te waarderen. De deuren zijn eerst in een loogbad gegaan, dan lost alle lak op, dat wordt dan afgespoten met de hoge druk. Als we de deuren terugkrijgen, lijkt het wel fluweel. Daarna schuren we ‘m helemaal terug en dan zijn het echt weer hele mooie deuren. We kunnen het dan niet gewoon lakken, want op de nieuwe stukken krijg je dan kleurverschil, het nieuwe hout is lichter. De nieuwe stukken probeer ik zoveel mogelijk erbij te halen. Je mag gerust de reparaties zien, dat is geen schande, maar het moet niet zo zijn dat een licht stuk hout eruit springt. Met iets donkerdere lak probeer ik dat zoveel mogelijk in elkaar over te laten gaan.”

Elke detail telt

Maar het blijft niet alleen bij het hout. Ook het smeedwerk, zoals de roestige stalen rekken voor de raampjes, wordt onder handen genomen. “De rekken hebben we laten stralen en daarna zijn ze gepoedercoat,” legt Jan uit. “Dat is op zo’n manier gedaan dat ze mat zijn. Daar zoeken we dan weer grote messing schroeven bij om ze vast te zetten. Tegenwoordig heeft niemand dat op de plank liggen, daarvoor moet je echt naar een specialist. Dat mogen natuurlijk geen kruiskopschroeven zijn, de schroeven moeten echt een mooie bolkop hebben. Als de deuren straks klaar zijn, moeten deze niet als iets aparts gezien worden, maar als een vanzelfsprekend onderdeel van het totale aanzicht. Dan hebben we ons werk goed gedaan.”